Op een trefdag rond rassenkeuze en zaadselectie donderdag 8 december zullen de boer.inn.en van Boerenforum en Toekomstboeren elkaar ontmoeten. Beide organisaties hebben veel gemeen. Beide zijn ze aangesloten bij de internationale koepel ‘La Via Caampesina’ en bieden pleiten ze voor een ecologisch landbouwmodel waarin alle boer.inn.en een plaats krijgen. Geen afstraffende regels, maar een veranderend landbouwmodel waarin lokale handel voorgaat op import en export en een voedselstrategie waarin een eerlijke verloning voorop staat – alleen dan in je strategie duurzaam.
Kortom beiden willen ze een samenleving waar de landbouw terug centraal staat en één van de zaken vormt die de samenleving ondersteund, maar ook door die samenleving ondersteund wordt. Een politieke strijd, maar met een zeer praktijkgerichte dimensie.
Twee bedrijfsbezoeken in Vlaanderen
Die praktijkgerichte dimensie creëren de beide organisaties op dagen zoals de trefdag op 8 december. Ze gaan bij de Akelei in Schriek op bezoek bij Greet Lambrecht van Vitale Rassen die er verteld over de teelt van ‘haar’ preivariëteit. Met zaaigoed van een lokale preisoort uit haar streek ging ze jaren geleden aan de slag en ontwikkelde door vakkundige selectie een heel robuuste preisoort waar nu ook andere boer.inn.en en tuinders de vruchten van kunnen plukken.
In de namiddag is het aanschuiven in ’t Schaaphof in Landegem waar 4 boer.inn.en samen een coöperatie vormden om de teelt van lokale groenten op een professionele manier uit te bouwen.
Op beide boerderijen wordt samen met de deelnemers nagedacht over autonomie. Hoe kunnen we als boerderijen onafhankelijk worden van de agro-industrie en dus sterker staan? Hoe overleven we de crisissen die we in de landbouwsector voelen bij handelsconflicten en oorlogen? En hoe kunnen we – van onderop – vorm geven aan een samenleving die haar voedselproductie in eigen handen heeft?
De internationale link om op dergelijke vragen te antwoorden lijkt in eerste instantie raar – we willen net weg van import en export – maar is eigenlijk heel logisch. In andere regio’s van de Europa is voedselsoevereiniteit en een autonome voedselproductie nog sterk aanwezig of net sterk in opmars. We kunnen veel leren door met boeren en boerinnen uit die regio’s in interactie te gaan.
Op het Vlaams- Nederlands niveau – kortweg het niveau van de ‘lage landen’ – zijn er dan weer veel parallellen. Beide regio’s zitten met sterke havens compleet aan het infuus van internationaal geöriënteerde markten en hun landbouwsectoren hebben zich daar met vergrootschaliging op geënt. Wanneer het op die internationale markten woelig wordt mag dat dan al opportuniteiten geven aan enkele grote spelers, in de primaire sector voelen we vaker de bedreigingen.
Andere landbouwmodellen op de voorgrond zetten: een gezamenlijke strijd
Tegelijk is het moeilijk om in die ‘Lage Landen’ de (lokale) overheden en de universiteiten een andere realiteit te tonen dan die van de agro-industriële toplandbouw met haar massale afhankelijkheid van pesticiden, krachtvoer en kunstmest. De enkele kleinere familiebedrijven die overschieten zijn vaak de laatste in hun soort en de ademruimte die op het platteland wordt gecreëerd door niewue initiatieven als CSA’s en biologisch(-dynamische) landbouw zijn
kleine stipjes… Kleine groene longetjes op een landkaart vol gewestwegen, kanalen, luchthavens, industriezone’s en autostrades. Hier is het brengen van onze verhalen al een gevecht van David tegen Goliath.
Het is dan ook goed dat deze twee kleine boer.inn.enorganisaties elkaar vinden. Samen binden we de strijd aan voor een betere wereld, waarin het goed boeren is.
Inschrijven voor de ( of één van de twee) bedrijfsbezoeken kan nog steeds via onderstaande link of door een mailtje te sturen naar boerenforum@gmail.com.