Op deze dag rond paardentractie op kleinschalige groentenbedrijven gaan we in op de praktijk van het ploegen en klaarleggen met een paard.
In het voorjaar de bedden proper krijgen is heel wat werk en dat in een periode waar we zo snel mogelijk groenten willen planten. Bij de Groentelaar bracht een samenwerking tussen de menner.sters Eva en Corentin van Cordeva vzw soelaas. De paardenploeg is niet alleen licht, je kan er ook ongelooflijk ondiep mee ploegen. Anna, boerin bij De Groentelaar, verteld welke zaken door de tuinder wel in acht moeten worden genomen. Ook Filip Vervaeke brengt paard en ploeg mee.
Eva zoomt in op het werken op het Kordeel. Werken met slecht één koord vraagt wat oefening, maar de voordelen op ergonomie en veiligheid zijn zeer groot. Indien de deelnemers dat willen kan er ook worden ingezoomd op de noden en tijdsinvesteringen die het paarden houden met zich meebrengt. We krijgen ook nog demonstraties hoe de grond verder wordt klaargelegd met paarden.
Schoffelen met paard is zeker mogelijk maar op vandaag nog een uitdaging. Filip Vervaeke demonstreert zijn zelfgemaakte schoffel. Corentin deed vorig jaar flink wat ervaring op met de Kassine, een multifunctioneel-werktuig dat recent in Frankrijk werd ontwikkelt voor de onkruidbewerkingen in de groententeelt. Paardenmenners en boeren evalueert samen de gratie en de nadelen van de werktuigen. We gaan ook verder in op iedereens vragen en opmerkingen en bespreken nieuwe mogelijkheden. Op de Werktuigdag in Tongeren werkte Corentin een eerste keer met een Treffler-Wiedeg die door Thierry Beaucarne werd aangepast aan de paardentractie, maar Thierry gaf nog meer tips aan Corentin. Hopelijk kunnen ook andere deelnemers hun onkruidwerktuigen meenemen om te tonen aan de groep.
We bekijken ook een mestkar getrokken door paarden. De wielen en dus de paardenkracht drijft het mechanisme aan. Dit opent perspectieven voor andere bewerkingen en machines die ook in het hooiwerk van belang zijn.
Verder wordt er tijd gemaakt voor vraag en antwoord van iedereen aanwezig. Een warme oproep om af te zakken naar de Groentelaar op 1 maart en samen een netwerk op te starten zodat boer•in en paardenmenner•ster elkaar kunnen vinden, elkaar beter leren kennen en van elkaar kunnen leren.
Boerenforum roept op tot steun voor El Walili, waar uw tomatenplukker na uitbuiting nu ook dakloos wordt!
Nijar, bij Almeria, is een dorp in het zuiden van Spanje dat een bloeiende handel kent van serregroenten die in de winter per oplegger massaal naar heel Europa uitgevoerd worden:(kers)tomaten, paprika, courgette, komkommer en aubergines, voornamelijk bio (wat Nijar betreft).De milieuimpact is bekend: uitloging van de grond en het water, plastiek vervuiling op grote schaal, verlies van biodiversiteit enz. In Nijar heeft de intensieve landbouw een niveau van negatieve impact bereikt dat nergens ter wereld zijn gelijke kent. De lokale autoriteiten en de exporteurs (vertegenwoordigd in COEXPHAL) proberen wanhopig de waarheid over de milieuschade en de sociale kost te verhullen, maar slagen daar gelukkig niet meer in. De grote meerderheid van de groenten zijn geproduceerd met de arbeid van migranten uit Marokko, de subsahara landen en Oost-Europa (Oekraine, Roemenië, enz). De werkomstandigheden waarin deze mensen werken zijn gebaseerd op onzekerheid (verblijfsvergunning, tewerkstelling, huisvesting,…), ontoereikende lonen lager dan het minimumloon, geen vertegenwoordigers van de arbeiders, dagcontracten of helemaal geen contracten, waardoor de bedrijfsvoerders en managers kunnen aanwerven en ontslaan naar believen.
Het is erg moeilijk voor de migranten om een degelijke woonst te vinden. De werkgevers verzaken aan hun plicht in geval van tewerkstelling van arbeidsmigranten, om woningen te voorzien. De werkomstandigheden zijn precair en ook door het beleid worden geen woningen voorzien voor deze grote groep mensen waardoor onvermijdelijk sloppenwijken worden opgetrokken uit palletten, karton en stukken landbouwplastiek. Gegeven de enorme inkomsten gegenereerd door de export van groenten zou het oprichten van eenvoudige appartementen voor de arbeiders mogelijk moeten zijn, maar dat gebeurt niet of zeer uitzonderlijk. Het exportwonder, de snelle expansie van ‘de moestuin van Europa’ is dus puur gebaseerd op uitbuiting en het aan de laars lappen van verplichtingen. Met onuitbetaalde lonen wordt de infrastructuurexpansie bekostigd en de welvaart van de Spaanse bevolking. Voor telers elders in Europa is dit pure concurrentievervalsing.
Terwijl de Chabolas -sloppenwijken- over het algemeen klein en goed verstopt zijn, is El Walili in Nijar uitgestrekt, en wonen er zeker 500 inwoners. Er is een moskee, verschillende winkeltjes, cafetarias, beenhouwers, klerenwinkels, een taxiservice, .. maar deze gemeenschap stoort niet alleen de lokale autoriteiten en de exportorganisatie, maar ook de organisatoren van de toeristische sector: omdat de toeristen de Chabola kunnen zien vanop de weg en wanneer ze ze Cabo de Gata bezoeken, niet ver van Nijar. De neofascistische partij VOX wint een groeiende steun in de regio en de PSOE sociaal-democraten doen hun best de VOXkiezers naar zich toe te trekken.
Zo is het maffieuze trio van lokale autoriteiten, exportorganisaties en toeristische groepen ertoe gekomen om te beslissen de Chabola El Walili te vernielen. Ze zijn daarin wel gestuit op verschillende NGO’s, religieuze organisaties en het landarbeiderssyndicaat SOC-SAT (lid van Via Campesina), verenigd in de associatie ‘Derecho e Techo’ (Rechtop op Dak). Officieel hebben de autoriteiten de schijn gegeven een compensatie te bieden en goedkope appartementen te bouwen voor de 500 bewoners, maar in de praktijk blijken deze nog in constructiefase te zijn en zullen er ook niet voldoende plaatsen zijn voor 500 mensen. Eens te meer werd er gelogen! Op maandag 30 juni in de vroege ochtend is er overgegaan tot ontruiming, een enorm leger bestaande uit verschillende politiekorpsen heeft El Wallili omcirkeld en is met behulp van bulldozers en graafmachines de afbraak aangevat van de woonsten, sommigen werden in brand gestoken. Wat er met de inwoners gebeurt is is niet duidelijk en het is zeker dat velen geen onderdak gevonden hebben na hun werk.
Wat gebeurd is in El Wallili te Nijar, is een schande voor Spanje, een schande voor Andalusië, een schande veroorzaakt door een landbouwsysteem dat gebaseerd is op de uitbuiting van landwerkers, migranten en vluchtelingen. En dit draagt alweer bij tot de sociale en ecologische negatieve impact in de hele wereld, tot op een ondragelijk niveau. Boerenforum drukt zijn solidariteit uit met alle uitgerookte migranten van Nijar, en eist onmiddellijke maatregelen om alle inwoners van wijlen Walili in Nijar, waardige en betaalbare woningen te verschaffen.
Boerenforum roept ook de Vlaamse consument op : “support your local farmer”, die ook economische en sociale duurzaamheid nastreeft! Eet geen zomergroenten in de winter! De supermarkten worden gevraagd kritisch te kijken naar de bedrijven van dewelke ze aankopen, en alle producten, ook BIO, van een GGN nummer te voorzien zodat de consument kan nagaan van welk bedrijf het product komt. Boerenforum maakt deel uit van een internationaal netwerk van boeren dat van plan is alvast de grofste inbreuken op de mensenrechten te bestrijden.
Boerenorganisaties slaan alarm bij de Spaanse Ambassade omtrent de bedreiging tot ontruiming van sloppenwijk El Wallili, Nijar, Almeria, Spanje.
We roepen op om deze actie te steunen en in persoonlijke naam en/of in naam van je organisaties brieven te sturen, om Spanje en regionale besturen te wijzen op deze wantoestanden
Boerenorganisaties Boerenforum, MAP, Fugea, ECVC en hun bondgenoten Climaxi, XR-Gent zijn extreem bezorgd over de evolutie van de werk- en leefomstandigheden van de rurale arbeidsmigranten rond Almeria, Andalusië. Er dreigt nu ook één van de krottenwijken -chabolas- ‘El Walili’ in Nijar dit weekend door de gemeente Nijar ontmanteld te worden, zonder dat er degelijke woningen voorzien zijn door de gemeente. Deze hardwerkende mensen wonen bij gebrek aan woningen en degelijk loon om huur of hypotheek te betalen in deze korttenwijken en kunnen nergens anders naartoe.
Donderdag 26/1 11u hebben vertegenwoordigers van deze organisaties hun bezorgdheden overmaken aan de Spaanse Ambassadeur te Brussel, en hun eigen eerlijk geproduceerd voedsel aanbieden..
Boerenforum, FUGEA, MAP zijn organisaties van boeren, boerinnen en landwerkers die ijveren voor een meer ecologische voedselzekerheid met lokale productie en lokale consumptie. Dit alles in een betere context dan de huidige neoliberale situatie en met een eerlijke vergoeding voor rurale arbeid, zowel voor boerin, boer en landarbeiders. Vandaar uit werken we samen in solidariteit met landwerkers over de hele wereld. Voor de internationale coördinatie zijn we aangesloten bij La Via Campesina (LVC), waarvan ECVC de Europese fractie is.
De missie van LVC-organisaties laat zich samenvatten door de internationale leuze: Globalize Struggle, Globalize Hope¨** **Globalize: refereert naar een geglobaliseerde vrije markteconomie, waarin ook de handel en dus productie van voedsel kwalijk genoeg terecht is gekomen.
SITUATIE:
Nijar
Is een randgemeente van Almeria, een centrum van tuinbouw, meer specifiek biologische: in het centrum van Nijar bevinden zich veel exportbedrijven zoals Eurosol, Bio Sabor, Haciendas Bio, Biosol, SAT Costas de nijar enz .. 2000 van de 4400 ha ecologische productievelden van de provincie Almeria bevinden zich in Nijar.
De productie neemt toe… en de ellende ook…
In de laatste 20 jaar heeft de gemeente Nijar zijn oppervlakte aan serres verdubbeld, van 3373 ha in 2001 tot 6500 in 2022, zonder onderdak te organiseren voor de mensen die er de nodige arbeid verrichten, waardoor het tekort aan woningen erg toenam. Dit gebrek, in combinatie met de lage lonen en vaak onbetaalde werkuren, veroorzaakten het ontstaan van mensonwaardig onderkomen, chabolas, dwz krottenwijken, met onderkomens opgetrokken uit resten plastiek van de serres, palletten, kartonnen dozen waar verschillende duizenden mensen wonen. Het aantal mensen neemt logischerwijs toe met de toenemende exportwaarde van de bedrijven waar deze mensen werken: meer dan 3 000 miljoen euro!
De snelle toename aan landbouwproductie in de regio Almeria is te danken aan de goedkope arbeid van migranten, afkomstig uit Marokko, subsahariaans Afrika en Oost-Europa: 90% van het personeel van de bedrijven bestaat uit arbeiders in de serres. In deze regio wordt arbeidswetgeving systematisch
met de voeten getreden, de sociale fraude is wijdverbreid. Huurwoningen ontbreken, omdat de gemeentebesturen deze nooit ingepland hebben en laten ontwikkelen. Eerder gesloten akkoorden over het creëren van woningen voor arbeiders In Ejido (Almeria) na de staking van 2000 zijn nooit uitgevoerd. De lage lonen (onder het wettelijk minimumloon), de tewerkstelling middels tussenpersonen, en de precariteit zijn de oorzaak van het ontstaan van de krottenwijken, die continu onder bedreiging staan van brandstichting door sicarios -huurlingen- van de overheid of van de landbouwondernemingen, die de krottenwijken beschouwen als een blaam op de reputatie van Almeria, omdat ze meestal zichbaar zijn voor toeristen vanaf de autosnelwegen. Feit is dat deze krottenwijken bewijzen dat deze snelle toename aan productie en export gebaseerd zijn op het bloed, zweet en tranen van duizenden arbeidsmigranten. We kunnen stellen dat deze regio zijn slechte reputatie aan zichzelf te danken heeft en dat deze reputatie een afspiegeling is van de realiteit.
Almeria=het Europese Qatar Qua aan slavernij grenzende productiemethoden moet de plastiek zee van Almeria niet onderdoen voor Qatar. Het is dan ook een schande dat deze wantoestanden al 20jaar op Europees grondgebied plaatsvinden en de rekken van de groentenafdeling van alle NoordEuropese supermarkten voor 20% vult, ook de ‘bio’rekken.
Boerenforum roept ook de consument op om lokaal geteelde seizoensgroenten te eten dewelke de landbouwer en diens arbeiders voorzien in een eerlijk inkomen, ecologisch geteeld in een mooi landschap. Support your local farmer. Dan hebben de mensen rond Almeria ook hun dorpen en open velden terug. Ook in Marokko willen de mensen eerlijk verloonde landbouw voor lokale voedselproductie en geen exportlandbouw. Landbouw waar iedereen wel bij vaart.
“El Wallili” is de grootste nederzetting type krottenwijk van de gemeente Nijar, met meer dan 500 personen. De overheden, de bedrijven en de organisaties van de AgroIndustrie type Coexphal, hebben besloten El Walili te vernietigen op 30 januari.
De afbraak van El Walili zonder alternatieve woonsten Officieel wordt er geschermd dat de bewoners van El Walili onderdak aangeboden zal worden. Feitelijk gaat het over woningen die nog niet af zijn, noch 500 mensen kunnen huisvesten. Als de autoriteiten hun dreiging uitvoeren zullen de bewoners van El Walili, die de exporthandel teelt en plukt, op straat moeten slapen, of waar dan ook.
HELP MEE de rechten van de landwerkers te doen respecteren: Boerenforum ondersteunt, samen met de andere Europese organisaties van La Via Campesina, de strijd van de bewoners van de nederzetting El Walili, en de organisatie ‘Recht op Dak’ (Derecho a Techo). Boerenforum vraagt de Spaanse Ambassade om de autoriteiten van Nijar en Andalusië, de bedrijven en Coexphal aan te manen de rechten van de arbeiders te respecteren: het zijn zij die het mogelijk maken landbouwproducten te produceren en exporteren aan een marge die de bedrijfsleiders verrijkt in de regio van Nijar. Boerenforum eist om de ontruiming te annuleren zolang er geen andere woningen zijn, en om te onderhandelen met de vereniging ‘Recht op Dak’ aangaande dit thema.
De context waarin deze mensen tewerk gesteld worden zijn een schending van de meest basale rechten zijnde de mensenrechten. Bovendien worden hier de UNDROP-rechten geschonden: The United Nations declaration on the Rights of Peasants and Other People Working in Rural Areas, ondertekend in 2018 op de UNHRC, door 122 landen.De leden en vrienden van Boerenforum kunnen zich op de hoogte stellen van de situatie via Twitter @derechoaltecho. Ook kunnen ze protest emails versturen naar de verantwoordelijken in Almeria en Nijar. Een modelbrief en de emailadressen van bestuursleden en bedrijfsleiders in Nijar en Almeria kan u terugvinden op de website van Boerenforum:
Met de sluitingen van de slachthuizen in Eeklo en Zele vorig jaar valt bijna het doek voor de kleinere slachthuizen in ons land. Veelal zijn het de maatregelen die voortvloeien uit de protestacties van de dierenrechtenbeweging die de kleinere slachthuizen in het land de das omdoen. De wetten rond dierenwelzijn vormen als het ware de scherprechter die de stekker eruit trekt. Voor de boerinnen en boeren van het Boerenforum is dat een pijnlijke situatie. “Een dierenrechtenbeweging of dieren-bevrijdingsbeweging die mikt op de ‘easy targets’ in de landbouwsector slaat de bal mis. De grote slachthuizen kunnen zich elke keer weer voegen naar de nieuwe strengere wetgeving, maar wij moeten die grote slachthuizen niet. Voor de dierenbeweging hebben we dus één centrale vraag – Which side are you on boys and girls… Which side are you on(1).”
De Vlaming blijft vlees eten en het aantal vegetariërs en veganisten mag dan al toenemen, er is nog steeds en enorm consumptie van eieren en zuivelproducten in onze regio. Je kan de strijd tegen het slachten van dieren niet voeren zonder je de vraag te stellen wie er sterker wordt van al je strijdgewoel. Voor het Boerenforum is het duidelijk dat de winnaars na jaren duw- en trekwerk de grote spelers zijn… “En dat terwijl onze landbouwers net op zoek zijn naar kleine slachthuizen op mensenmaat. Onze boer.inn.en willen hun dieren niet afzetten in een anonieme massa waar ze samen met anderen aan de lopende band worden afgemaakt. Onze dieren kregen ruimte om dier te zijn, zichzelf te zijn… Ze slachten in een groot slachthuis klopt niet.”
We nodigen iedereen uit om bij onze boer.inn.en binnen te wandelen als er een verkoopmoment of een opendeurdag is. Gegarandeerd krijg je ons credo te horen. ‘Niet meer vlees, maar beter vlees’. Vlees van dieren die ons helpen om kringlopen te sluiten, leent er zich niet toe om een massaproduct te worden. Bovendien zijn onze koeien, varkens, schapen, kippen, … een onontbeerlijke en kostbare schakel op onze boerenbedrijf. Voor de visie ‘niet meer, maar beter vlees’ hadden wij geen moraliserende boodschap nodig van een eerder stedelijk georganiseerde dierenbeweging. Gewoon ons gezond boer.inn.en-verstand was voldoende.
Om die reden vragen we de dierenrechtenbeweging, de dieren-bevrijdingsbeweging en ons beleid om de visie goed te kiezen. ‘Which side are you on’ is geen holle leuze. Als je de huidige economische wetmatigheden waaronder de primaire sector kreunt niet aanvalt dan is het “groot, groter, grootst” en dan zijn de acties en wetgeving voor het dierenwelzijn of het milieu enkel een katalysator van die schaalvergroting. En probeer je dan eens in te beelden wat het is om in die grootschalige wereld het schaap te zijn.
Wij gaan onze praktijken met dieren niet de hemel inprijzen, onze dieren gaan ook naar de slachtbank. Maar we hebben wel ons gedacht over wat wij onze dieren in hun laatste levensmomenten toewensen. De grootschalige slachthuizen horen daar niet bij. Wij willen het liefst thuis slachten, als het even kan met vakmensen aan onze zijde die het einde van een dierenleven op een zo goed mogelijke manier kunnen laten plaatsvinden. Het huidige wetgevend kader staat ons dat bij veel diersoorten niet meer toe en met de erosie in het slachthuizen-landschap gaat de situatie van kwaad naar erger.
Omdat we met Boerenforum nooit bij de pakken blijven zitten organiseren we op 30 januari een boerenforum in Meise en Londerzeel rond dit thema (2). Onder boerinnen en boeren gaan we uitpluizen wat wel en niet kan in de kweek van pluimvee op het eigen bedrijf. We gaan ook na wat de huidige reglementering is inzake thuis slachten en maken van de gelegenheid gebruik om samen met de vzw Vlaamse Schapenhouderij – de VSH – na te denken over een campagne om de kleinere slacht infrastructuren te behouden of verder uit te breiden.
Van de dierenrechtenbeweging en beleid verwacht het Boerenforum een andere houding waarbij de dialoog met de belangenorganisaties van de kleinere boerderijen en de alternatieven in de landbouwsector centraal staat. “Laat ons hopen dat we samen de huidige tendensen van schaalvergroting en een race to the bottom in de landbouwsector kunnen doen keren”, klinkt het binnen onze werking. We verwijzen daarbij graag nogeens naar ons eisenpakket in verband met het nieuwe glb(3).
(1)REECE Florence: Which side are you on – 1931 Geschreven die middenin de stakingsgolven van de jaren 30 in het mijndistrict Harlan County – ZuidOost Kentucky – na pogingen om de stakingen te breken.
Via pers en sociale media namen wij kennis van het voorstel van GROEN-woordvoerders Barbara Creemers en Petra De Sutter om de BTW op groenten en fruit naar nul te brengen. De boerenorganisatie Boerenforum en sociale klimaatbeweging Climaxi denken dat er belangrijke bijsturingen nodig zijn. Voor ons kan het namelijk niet de bedoeling zijn om supermarkt boontjes uit Kenia te gaan subsidiëren. Verder helpt dit voorstel de boer niet vooruit.
Tegelijkertijd vernemen we dat minister Frank Van Den Broucke bezig is met de actualisering van een voedselplan.
Wij hopen dat beide initiatieven zich inschrijven in de klimaatdoelstellingen van ons land en het verlangen om lokale economie te ondersteunen. De korte keten heeft het, net als alle kleine producenten, moeilijk. We horen het van boeren, boerinnen en zelfstandige winkeliers die op het randje overleven of failliet gaan.
Volgens ons moeten vooral kleine en lokale producenten gesteund worden en moeten de gezondheidsdoelstellingen gekoppeld worden aan een bredere kijk op locale economie en agro-ecologie. Zonder producenten komt er geen volwaardige en gezonde voeding die ook nog eens voldoet aan de wens om meer seizoensgebonden en klimaatvriendelijk te eten.
Een eventuele BTW-korting zou een kleine eerste stap naar voedselzekerheid en gezonde milieubewuste voeding kunnen zijn. Voor de kleine producenten levert die niets op. Bij de eerste vraag – helpt dit de boer vooruit ? – kunnen we alvast nee zeggen, en in bepaalde gevallen zal het initiatief zelfs contraproductief zijn. Heel wat boeren maken voor wat de BTW betreft gebruik van de “bijzondere landbouwregeling”. Kort samengevat komt de bijzondere landbouwregeling hierop neer: de BTW op verkoop van producten moet niet worden afgedragen aan de staat, maar de betrokken boer mag de BTW op aankopen ook – voor de meeste aankopen is dat 21% – niet terugvorderen van de staat. Om de BTW op aankopen te compenseren maakt de boer gebruik van de 6% BTW op verkopen die hij zelf mag behouden. Afschaffing van de BTW op voeding betekent dus dat de boeren in de bijzondere landbouwregeling geen BTW meer kunnen innen, maar wel nog BTW moeten betalen aan leveranciers. Deze boer•inn•en zullen dus een prijsverlaging krijgen van bijna 6% op hun verkoop.
Daarom dient het voorstel van GROEN best aangepast worden: naast een oplossing rond de BTW-regeling, moeten er garanties komen dat de BTW-winst naar de eindgebruiker gaat en niet blijft plakken onderweg. De onrechtstreekse overheidsondersteuning mag niet toegekend worden voor grote concerns die verse groenten of fruit importeren.
Wij hopen ook dat Minister Vandenbroucke zijn actualisering van het Voedselplan gebruikt om gezonde voeding in de korte keten te stimuleren en de smaakvervlakking, vervetting en versuikering van ons voedingspatroon door industriële voeding een halt toe te roepen. Dit plan biedt ons de gelegenheid om dieper stil te staan bij lokale voedselzekerheid, sociale rechtvaardigheid en klimaatkwesties.
Wat de sociale kwestie betreft durven we BTW-verlagingen ook in vraag stellen: is het niet beter om iets te doen aan gezonde voeding voor mensen die het minder breed hebben? BTW-verlagingen vergroten de discriminatie en zorgen er voor dat ook mensen die het niet nodig hebben een extraatje opstrijken.
Boerenforum en Climaxi gaan graag in overleg rond deze voorstellen en hoopt dat de progressieve partijen overleg met de brede basis eindelijk eens structureel inbouwen, voor ze met voorstellen op de proppen komen. Een partij kijkt best verder dan de eigen structuren of achterban.
GROEN reageerde alvast positief op deze brief en eind februari zitten we samen met hen, wie verder input wil geven kan dit via deze link, https://forms.gle/BDLvyMX9UwrYt5ng7
‘Boeren zijn geen vieze vervuilers. We verdienen meer respect.’ Een gesprek over landbouw die weer van het platteland moet worden, en niet van fabrieken. Op kleinere schaal, vriendelijk voor milieu én voor consument.
Je kunt niet zeggen dat 2022 het jaar van de boer was. Dankzij de Vlaamse minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) wordt er gewerkt aan maatregelen die de impact van landbouw op onze leefomgeving – eindelijk – moeten beperken. Maar de voorstellen voor een mestactieplan of een efficiënte aanpak van de stikstofoverlast stoten op weerstand van boeren en hun organisaties. Niet alleen bij ons overigens, ook in Nederland.
De boeren en de boerenprotesten kunnen niet op veel steun van de bevolking rekenen. Die haalt haar voedsel in de supermarkt en ziet weinig van de inspanningen die boeren leveren. Boeren zijn vooral de kop van Jut. Het was dan ook treffend dat dit gesprek plaatsvond in de Zwartschaapstraat in Gooik. Op de boerderij Dubbel Doel van Hilde Nechelput en haar man Seppe Holemans verzamelden vier geëngageerde boerinnen en boeren om met Knack te praten over een betere landbouw.
Boerderij Dubbel Doel kan model staan voor hoe een landbouwbedrijf zou moeten werken: aandacht voor dierenwelzijn, minimale impact op de omgeving en productie van hoogwaardige voeding. Nechelput en Holemans hebben een zestigtal koeien met roots in oud Vlaams rassen, die zowel melk als vlees leveren, zogenaamde dubbeldoeldieren. De kalfjes drinken overdag bij de moederkoe, terwijl ze elders meteen na de geboorte weggehaald worden zodat alle melk voor menselijke consumptie verzameld kan worden. In Dubbel Doel slapen de kalfjes alleen ’s nachts apart, zodat er ’s ochtends wel ruimte is om te melken.
Het voer voor hun vee produceert het koppel zelf of haalt het bij bevriende boeren in ruil voor mest. Ze ruilen vlees- en zuivelpakketten van eigen fabricaat voor groenten en fruit. Dankzij hun eigen gras blijven ze onafhankelijk van voederfabrikanten. Bovendien is dat gras rijk aan klavers en dus beter dan het krachtvoer dat koeien elders krijgen. Op de weilanden groeien zeldzame grassen, ook al krijgen ze stalmest te verwerken. Hagen en hoogstamboomgaarden geven een prachtig kader met mooie natuurwaarden.
Een open stal vormt het decor voor een gesprek met Hilde Nechelput en drie collega’s van Boerenforum. Die organisatie bestaat nu bijna tien jaar, maar haar manifesten zorgen weleens voor verwarring. Enerzijds lijkt Boerenforum te streven naar kleinschalige boerenlandbouw die aanleunt bij ‘bio’, anderzijds zet ze zich af tegen alle regeringsplannen om de boerenstiel milieuvriendelijker te maken.
‘Boerenforum wil meer dan receptjes aanreiken om bedrijven een beetje duurzamer te maken’, zegt Tijs Boelens van de Groentelaar, een bio groenteproducent in Pepingen. ‘Boerenforum is geen syndicaat, maar een methodiek om tot een betere landbouw te komen. Kijk naar de energieproblemen, of naar het gedoe rond crèches. We zien steeds opnieuw hoe onze samenleving naar de afgrond loopt, en toch blijven we inzetten op neoliberale programma’s. Die hebben de laatste vijftig jaar van de landbouw iets gemaakt waarvoor de meeste boeren zelf niet zouden kiezen. In die achterhaalde realiteit willen wij niet langer zoeken naar manieren om nipt te overleven. We willen een paradigma- shift waardoor het werk van de landbouwer beter vergoed wordt en waardoor er meer voedselproducten van hogere kwaliteit op de markt komen.’
Het stikstofakkoord en het mestactieplan van de Vlaamse regering ziet het Boerenforum als een band plakken of een dakpan vervangen. Het zijn maatregelen die weinig veranderen. Ze bestendigen vooral de dominante positie van de belangrijkste speler in de markt. ‘Ze versterken de rol van de agro-industrie en haar banken en toeleveranciers als trekpaard van onze landbouw’, zegt kippenkweker Wim Moyaert van De Groene Cirkel. ‘Het is voor velen lucratiever om te blijven dweilen met de kraan open dan om de kraan dicht te draaien.’
‘Boeren zouden nu ook zo veel mogelijk koolstof in hun bodems moeten opslaan’, gaat Moyaert voort. ‘Op zich is dat niet slecht om de klimaatopwarming te bestrijden. Maar wij hebben het vervelende gevoel dat het systeem van koolstofkredieten toch vooral moet dienen om industriële koolstofvervuilers uit de wind te zetten. Zo wordt iets wat onderdeel zou kunnen zijn van een ecologische landbouw een instrument voor greenwashing van grote spelers op de markt.’
Hoe ziet Boerenforum de transitie van de landbouw dan wél gebeuren? ‘Er moet meer worden ingezet op kleine en middelgrote landbouwbedrijven’, stelt Boelens. ‘Maak binnen dit en tien jaar een einde aan de fabrieksboerderijen. Verdubbel het aantal landbouwers tegen 2040, maar laat ze een kleinere oppervlakte bewerken. Pas de omvang van de veestapel aan de draagkracht van de gronden aan. Dan krijg je een landbouw die samenwerkt met de natuur en die verrijkend is voor landbouwer én consument. En dan heb je geen mestactieplannen en stikstofakkoorden meer nodig.’
Boerenforum heeft zich aangesloten bij La Via Campesina, een organisatie die wereldwijd boeren vertegenwoordigt die hetzelfde kleinschalige landbouwmodel nastreven. Hun oplossingen moeten niet alleen de Vlaamse landbouw verduurzamen, maar ook het leven van landbouwers elders minder precair maken. Een Senegalese boer verliest bijvoorbeeld marktmogelijkheden doordat Europese landbouwoverschotten in zijn land gedumpt worden. Roemeense boeren krijgen nu regelmatig bezoek van de consulenten die de landbouw bij ons richting grootschaligheid gedreven hebben.
‘Het zou een grote stap vooruit zijn als we komaf kunnen maken met de import van producten als soja’, zegt Birgit Haepers van CSA zelfplukboerderij Land van Duwijck in Lier. ‘Zonder soja als veevoer wordt zowel vlees als mest bij ons waardevoller en dus minder problematisch. Soja-export veroorzaakt ook een ravage onder de boeren in het Amazonegebied. Of kijk naar de import van goedkope tomaten uit het Spaanse Almeria. Die tomaten zijn het product van arbeid die je slavernij kunt noemen. Schaf ook de landbouwsubsidies af die schaalvergroting in de hand werken en beperk de monoculturen die onze bodems uitputten. En stop met technologische ingrepen zoals luchtwassers in stallen en methaanreducerende pillen in de voeding van koeien om de uitstoot van stikstof en broeikasgassen te beperken. Dat zijn lapmiddelen.’
Het klinkt allemaal erg als ‘terug naar vroeger’, naar de tijd van voor de vrije markt en de globalisering. ‘En het kapitalisme’, voegt Boelens er zonder aarzelen aan toe. Hij vertelt hoe hij dit jaar in Bretagne als lifter werd meegenomen door een man in een blitse sportwagen, een speculant in fossiele brandstoffen, zo bleek. ‘Maar toen de oorlog in Oekraïne begon, was hij geswitcht naar speculeren met graan. Met die winsten gaat hij nu geregeld fuiven in China.’
‘Ons voedsel wordt gebruikt om dat soort mensen rijk te maken’, zegt Boelens. ‘En ondertussen ziet 70 procent van de boeren zwarte sneeuw omdat ze te weinig betaald worden voor hun producten. Veel boeren en boerinnen stevenen af op een burn-out door die uitzichtloosheid. Een ander deel worstelt met economische cijfers waardoor ze vergeten waarom ze ooit aan deze mooie stiel begonnen zijn. De overheid heeft zichzelf jarenlang buitenspel gezet en gezegd dat de markt moet kunnen spelen. Maar het is net die markt die het voor de boer en boerin verknald heeft.’
Een minderheid van de Vlaamse boeren doet het wel goed. ‘Dat zijn’, aldus Moyaert, ‘ondernemers met grote bedrijven die werken met robots en monoculturen, en die problemen hebben met hun buren en met natuurliefhebbers. Veel boeren die met een pistool tegen het hoofd voortploeteren, verdedigen het huidige landbouwmodel in het publiek. Maar thuis vragen ze zich af wat ze in godsnaam aan het doen zijn. De meeste boeren kunnen niet stoppen of veranderen, want ze hangen vast aan leningen en contracten. En dus moet je geld vrijmaken voor een landbouwtransitie. In plaats van de bestaande landbouw te blijven subsidiëren, moet de overheid inzetten op een transitie richting een duurzamer model.’
Ascetisch leven
Steeds minder boerenkinderen willen in het familiebedrijf stappen. Ze hebben hun ouders te hard zien wroeten voor een weinig comfortabel bestaan. ‘De meeste nieuwkomers in de stiel, zoals ikzelf, zijn mensen met een neiging tot harakiri’, zegt Haepers schamper. ‘Ze leunen op het inkomen van hun partner of op spaargeld. En waarom? Omdat het echt een schone stiel is. Maar voor die schoonheid betalen we een hoge prijs. Dat je kunt werken in een mooi landschap impliceert bijna automatisch dat je amper rondkomt. En boeren zijn niet per definitie mensen die ascetisch willen leven.’
En dan is er nog de prijszetting van onze landbouwproducten. ‘Ik verkoop het vlees van mijn kippen voor 15 euro per kilo’, zegt Moyaert. ‘Daarmee moet ik opboksen tegen plofkippen uit fabrieksstallen, die 5 euro kosten. Maar waarom mogen we in de prijszetting geen rekening houden met de verborgen kosten van milieueffecten en gezondheidsproblemen als gevolg van slechte voeding? Waarom mogen niet meer mensen genieten van onze producten, die veel lekkerder zijn? Zijn bioproducten niet meer dan een schaamlapje voor de rijkere consumenten uit een stadsrand die zich wat schuldig voelen?’
Klassieke lobby’s als de Boerenbond antwoorden dan dat er in Vlaanderen geen plaats meer is om met kleinschalige landbouw voedselzekerheid te garanderen. ‘Voedselzekerheid is net de hoofdbetrachting van Boerenforum en La Via Campesina’, stelt Boelens. ‘Als de Vlaamse consument minder vlees eet, is er genoeg grond om onze landbouw zelfvoorzienend te houden. Zeker als we ook een einde zouden maken aan de marktverstorende export. Mensen bang maken door te claimen dat er onvoldoende ruimte is voor grondgebonden landbouw, is een zoveelste mechanisme van de agro-industrie om een transitie tegen te houden.’
Vieze vervuiler
Terwijl gastvrouw Hilde Nechelput overheerlijke kaas en zuiveldessertjes van eigen makelij laat aanrukken, hamert ze op nog een onderschat element van kwaliteitsverlies in de boerenstiel: er is geen contact meer met de consument. ‘Vroeger zag je op de meeste markten boeren met hun producten, nu zie je er bijna uitsluitend handelaars die hun producten op de veiling halen. Wij gaan zelf met een deel van onze producten naar de markt. Mensen appreciëren dat. Wie contact met boeren heeft, kijkt anders tegen onze stiel aan dan de supermarktconsument. Kinderen die de boerin of boer zien die hun groenten produceert, hebben minder moeite met groenten eten. Dat kan bijdragen tot een betere relatie tussen de consument, zijn voeding en de producent van die voeding.’
Boerenforum werkt niet voor een niche in de landbouwsector, besluit Birgit Haepers. ‘Onze belangenbehartiging komt alle boeren ten goede, want weinig boeren zijn blij met de steeds groter wordende landbouwbedrijven. Die zorgen voor dalende prijzen voor de boer, stijgende kosten en afhankelijkheid. Boeren raken niet meer weg uit de hoek waarin ze geduwd zijn door de bank, adviseur, boekhouder of subsidiërende organisatie. Als de politiek die situatie bestendigt, wordt het uitzichtloos. De boer wordt dan door de maatschappij met de vinger gewezen als vieze vervuiler, als arm en dom. De vervreemding ten aanzien van de landbouwersziel is totaal. Dat is bijzonder oneerlijk. Wij willen dat doorbreken. Boerinnen en boeren verdienen weer meer respect.’
Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.
Blokkade distributiecentrum van Colruyt na de weigering om boeren toegang tot grond te garanderen
Boerenorganisaties FUGEA en BOERENFORUM gaan samen met RéSAP (Réseau de Soutien à l’Agriculture Paysanne) op woensdag 21 december naar Ollignies om het logistieke centrum van Colruyt te blokkeren.
Even samenvatten: Colruyt heeft via Colim al meer dan 175 ha landbouwgrond verworven. Na de verschillende bewustmakingsacties die de afgelopen maanden bij de consumenten zijn gehouden, werden FUGEA, BOERENFORUM en RéSAP op 20 oktober door de supermarkt ontvangen. We spraken af om een tweede vergadering te beleggen. Maar de Colruyt groep heeft het gesprek stopgezet, met name over de kwestie van pachtzekerheid voor de boeren op hun landbouwgronden.
Het is ondenkbaar dat Colruyt bepaalde projecten “duurzaam” kan noemen als dit gepaard gaan met onzekere seizoenscontracten voor de boeren in plaats van degelijke pachtcontracten. De pachtovereenkomst en -wetgeving garanderen een aantal basisbehoeften:
– De mogelijkheid om de bedrijfsvoering op lange termijn te plannen (dit is nodig om duurzaam te kunnen boeren: grasgevoerde dieren, agroforestry, voederautonomie, bodembeschermende landbouw, enz;
– Financiële zekerheid (om de investeringen te kunnen afschrijven);
– Vrijheid van teelt;
– Vrijheid van afzet (geen verplichting tot contractteelt).
Onze boerenorganisaties vragen enkel dat de door Colruyt gewenste partnerschappen worden opgebouwd met inachtneming van duurzame en langdurige pachtcontracten. Wij tolereren geen vormen van verticale integratie die boeren herleidt tot schijnzelfstandigen.
Vincent Delobel (Raad van Bestuur FUGEA) merkt op: “Er zal geen sociale vrede op het platteland zijn zonder degelijke pachtcontracten. Er is geen plaats voor feodalisme in onze sector. Het pachtcontract is voor de boer en boerin historisch en juridisch belangrijk in de huidige onevenwichtige machtsverhoudingen met de grondeigenaars.”
In november lanceerde minister van Landbouw Willy Borsus de Assises de la Terre (grondconferenties in Wallonië) om oplossingen te vinden om onze landbouwers te helpen met de huidige problematiek van de toegang tot grond. Colruyt heeft daarop besloten zich afzijdig te houden en verder een systeem van seizoenspacht uit te werken met de landbouwers. Wordt Colruyt goedkoper dankzij landroof?
Ten slotte eisen we ook dat Colruyt zijn grondaankoopbeleid, dat bijdraagt tot serieuze prijsstijging van landbouwgrond, herziet en dat Colruyt (en aanverwante ondernemingen) uit de status van actieve landbouwer stapt: “Colruyt wil met hun landbouwvennootschap ook steun uit de tweede pijler van het GLB opstrijken. Het is totaal onverantwoord dat een supermarktketen naast het land ook de steun voor de boeren inpikt” zegt Wim Moyaert (coördinator BOERENFORUM). “Verder willen we ook het pacht-misbruik aanklagen: vanuit hun status als landbouwer omzeilen ze de pachtwetgeving via seizoenspacht”.
Philippe Duvivier (voorzitter van FUGEA): 0491/56.33.86
Thomas Huyberechts (medewerker FUGEA): 0499/88.33.93
Hugues Falys (woordvoerder): 0497/61.64.14
LEES MEER :
Pachtafspraken moeten altijd uitgaan van de grootst mogelijke zekerheid voor de pachter op de langst mogelijke continuïteit van zijn bedrijf.
De samenleving moet inzien dat de verpachting van landbouwgronden de basis is van haar voedselzekerheid. De niet-boerenbevolking put hieruit haar mogelijkheden om andere, fysiek vaak veel minder belastende en financieel vaak veel beter betaalde beroepsactiviteiten uit te oefenen. Het feit dat boer en boerin met grote en langdurige zekerheid gronden kunnen uitbaten die zij niet zelf moeten financieren, maar tegen een lage prijs kunnen pachten, maakt dat zij kapitaal op een andere manier in hun landbouwbedrijf kunnen inzetten, bv voor arbeidsbesparende mechanisatie, en op die manier de samenleving van betaalbaar voedsel kunnen voorzien.
Eigenaars die gronden verpachten krijgen een lage jaarlijkse vergoeding, en kunnen niet mee beslissen hoe de gronden worden uitgebaat of wie de volgende uitbater zal zijn als de huidige pachter afstand doet van zijn bedrijf. Maar ze beschikken met de pachtgronden waarvan zij eigenaar zijn nog steeds – zoals dat altijd al het geval is geweest – over een volstrekt veilige en waardevaste belegging van (een deel van) hun vermogen.
Op de gebruikelijke pacht in negenjarige periodes zijn in de actuele pachtwet een aantal uitzonderingen voorzien. Deze uitzonderingen moeten eveneens gezien worden in het licht van de zekerheid die de pachtwet moet bieden inzake langdurige continuïteit van het landbouwbedrijf.
Een van die uitzonderingen is de seizoenpacht. De seizoenpacht is expliciet bedoeld voor uitzonderlijke omstandigheden waarin de pachter (of de boer die eigen grond bebouwt en deze doorgeeft in seizoenpacht) niet in staat is om in het komende seizoen het betreffende perceel zelf te betelen, en het gebruik ervan doorgeeft aan een andere boer zodat het perceel goed onderhouden blijft en een nuttig gebruik kent.
De redenen om met een collega een seizoenpacht af te sluiten zijn legio : omstandigheden i.v.m. gezondheidsproblemen, tijdelijk minder werkers op het bedrijf, overlijden van de uitbater van een landbouwbedrijf terwijl de opvolger nog school loopt, rampen (opruimen veestapel n.a.v. besmettelijke ziekte, vernieling van stallen of schuren door storm of brand) waardoor de bedrijfsuitbating tijdelijk geheel anders verloopt, … Enzovoort.
De bedoelingen van de wetgever zijn in elk geval duidelijk, en deze bedoelingen laten geen ander besluit toe dan dat seizoenpacht enkel kan worden afgesloten tussen boer•inn•en en tuinders die daadwerkelijk allebei een land- of tuinbouwbedrijf uitbaten : de exploitant die de grond in seizoenpacht afstaat
– dient zelf landbouwer te zijn;
– geeft de grond in gebruik voor minder dan een jaar en voor een bepaalde teelt;
– dient zelf de bodembewerking en de bemesting uit te voeren.
Wellicht weet niet elke eigenaar van landbouwgrond dat deze regeling enkel mogelijk is tussen landbouwers onderling. Vermoedelijk zijn er particuliere, kleine grondbezitters die te goeder trouw veronderstellen dat dit ook voor eigenaars een mogelijkheid is om tijdelijk een meer definitieve regeling nog wat uit te stellen (bv onverdeeldheid van een erfgoed).
Maar wie constructies opzet om een verpachter of verpachtende instantie ten onrechte de schijn te geven landbouwer te zijn, heeft weet van deze voorwaarde m.b.t. seizoenpachten, en weet dus ook heel goed dat dit een omzeiling is van de pachtwet.
Het door verpachten via cultuurcontracten aan hogere prijzen en het opzetten van valse landbouwvennootschappen om de pachtwet te omzeilen moet worden tegengegaan. In plaats daarvan moet ruilpacht onder boer.inn.en gestimuleerd worden. Dit kan leiden tot meer samenwerking tussen boer·inn·en en is goed voor de biodiversiteit en de kwaliteit van de grond.
Persmededeling van vzw Climaxi, CV Eco & Fair, Boerenforum, CV Ourobouros, FIAN, vzw Voedselteams en Linked Farm
Geen vrolijke Kerst voor veel boeren en producenten.
Bedrijven, burgers en overheden, iedereen heeft het moeilijk met de opeenvolgende systeemcrisissen (energie, klimaat, oorlog). Voor de kleine producenten en handelaars in de korte keten komen al die crisissen simultaan aangerold: ze raken moeilijk aan grondstoffen, kreunen onder de energieprijzen en betalen zich blauw aan transport. Verschillende onder hen haken af of verminderen productie en aanbod. Dit heeft een enorm risico: onze voedselvoorziening dreigt definitief in handen te komen van de industrie, met alle gevolgen van dien: smaakvervlakking, milieuvervuiling, verlies van authenticiteit…
Net voor corona begon de korte keten in België sterk te bloeien: er kwamen meer en meer hoevewinkels, grotere initiatieven, kleine verwerkers. Samen zorgden ze voor een mooi aanbod aan lokale en authentieke producten. De lokale economie ging erop vooruit en in elk dorp of stad zag je kleine ondernemingen als paddenstoelen uit de grond rijzen. Van groenten, over siropen, kant en klare gerechten tot bieren en wijnen: Vlaanderen en Wallonië waren hun eigen smaak en producten opnieuw aan het ontdekken.
Tijdens corona konden ze rekenen op een groei die hen toeliet investeringen en kosten te recupereren. Dat hadden ze immers nooit gezien: de productie/verkoop was nooit echt rendabel zonder goedkope arbeidskrachten (familie en vrijwilligers), subsidie (sociale werkplaatsen) of een dubbele dosis aan creativiteit: wie een niche kon bespelen (catering, omzet vergroten door internetverkoop of opbouw van netwerken, catering…) kwam er nog best van af.
Verzamelde crisissen.
Na corona haalde men dit perspectief niet meer: mensen kiezen opnieuw voor supermarkten met lage prijzen. Men vergeet dat die hun laagste prijs slechts kunnen handhaven door producenten onder druk te zetten, voedsel te verdunnen, monoculturen te lanceren of met het etiket te frauderen. Soms (Colruyt) kopen ze landbouw- of visgronden op om ook de productie in handen te krijgen en zo de kleine producenten nog meer te kunnen breken.
Tegenover een dalende verkoop staan sinds de energiecrisis stijgende kosten. Daarbij komt de klimaatcrisis die voor velen aan den lijve voelbaar is: er is te weinig gras voor sommige kaassoorten, wie gevogelte invoert uit Frankrijk om ze hier op te kweken is zijn dieren kwijt door de vogelgriep, er is enorm veel water nodig dat dan plots met bakken uit de lucht valt en oogsten vernietigt. Daarbij komen nog de stijgende energie- en transportprijzen.
De resultaten zijn zichtbaar: Lokaal markt houdt nog 1 markt over, In Nukerke ging de lokale Boerkoos-markt dicht, producenten stoppen ermee. Organisaties als Voedselteams krijgen het moeilijk. Iedereen zegt met een omzetverlies van 20 tot 30 % te kampen. Sommige multinationals zitten als aasgieren te loeren naar mogelijke verruiming van hun markten.
Kopje onder.
Als er niets gebeurt mag men zich verwachten aan een korte keten die grotendeels kapseist, met alle gevolgen van dien: verlies van smaken, tewerkstelling, lokale economie. Laat ons daarbij ook niet vergeten dat de korte keten voor eerlijke prijzen zorgt, de klimaatschade beperkt door niet alle goederen over de ganse wereld te laten transporteren en veruit het beste systeem is naar de volksgezondheid toe. Industriële voeding zal onze wereld niet redden!
Het wordt dan ook tijd dat de overheden uit hun kot komen: plannen maken, gidsen opstellen en promotiecampagnes voeren, dat is allemaal goed. Maar daar overleven producenten niet mee. Enkel met een faire prijs voor een degelijk product kunnen we aan de transitie werken en boeren en boerinnen helpen om verder te werken aan een klimaatadaptieve landbouw die zijn wortels vindt in een terdege gesteunde lokale vermarkting.
Via aankoopcentrales verbindt de overheid zich ondertussen tot de aankoop van zo goedkoop mogelijke industriële voeding. Daar wringt het schoentje: als de overheid wil dat er nog een korte keten bestaat, dan zal ze er zelf moeten haar aankopen doen en systemen zoals maaltijd-, eco- en andere cheques vervangen door reëel loon, of openzetten voor de kleinere sectoren. Voedselzekerheid dient er voor te zorgen dat degelijk voedsel toegankelijk is voor elke burger. Men zal de inkomens van de mensen moeten garanderen door de index te verbeteren in plaats van af te bouwen. En lage inkomens steunen in de lokale aankoop van gezond voedsel aan de juiste prijs net zoals men nu doet met de energiemaatregels om de hoge prijzen te compenseren. Talrijke industriële sectoren hebben aan de klimaatcrisis, energiecrisis of corona goed verdiend en werden op allerlei manieren ondersteund door de overheid. Zij mogen het gelag betalen. Het wordt kiezen of delen.
Filip De Bodt (vzw Climaxi – 0496/718473)
Katrin Van den Troost (CV Eco & Fair – 0484/832463)
Een mooi verslag van Alowieke, een Toekomstboerin die op onze 2daagse ontmoeting was. Boerenforum en Toekomstboeren brachten agroecologische boeren, boerinnen, landwerkers en boeren in opleiding samen op Akelei, Vitale rassen en ’t Schaaphof. Uitwisselen van problemen en oplossingen, vragen en antwoorden, kennis delen staat bij ons centraal tussen boer, boerin en landwerker.
Een verrassend gesprek in de trein over autonomie en zelf voedsel verbouwen en zaden telen.Met aan het eind een cadeautje van de conductrice.
Ik sta in de trein van Antwerpen naar Rotterdam en kijk door de open deur naar de bewegende menigte op het perron. Twee dagen lang verdiepte ik me in de autonomie van zadenteelt en ik ben geheel vervuld van het onderwerp, dat zo verbonden is met lokaal voedsel telen en sociale verbondenheid.
Het is erg druk in de trein, maar ik vind toch nog een klapstoel op het balkon. We zijn nog niet weg, we hebben nog even de tijd. Naast me staat een pittige conductrice met een blonde staart. Al snel raken we in gesprek en ik laat haar mijn kaartje zien, de lichtblauw met groene woonwagen, het Rijdende Verhalenhuis. Nee, vertel ik, ik reis er niet meer mee. Ik ben geworteld, om me te verbinden met het land. “Ben je ook zelfvoorzienend?” vraagt ze. “Wat bedoel je daarmee?” vraag ik, “Ik kan me redden met mijn zonnepanelen, als het moet. Maar mijn eigen voedsel kan ik nog niet telen. Een heel klein beetje maar. Die kennis te verrijken, dat vind ik belangrijker dan energie…”
Tot mijn verrassing vind ik herkenning. En dat op de laatste plek waar je het kan verwachten. Hier, bij een conductrice in een Vlaamse trein. Ik noem haar Lena. We praten over voedsel. Voedsel uit zaad, knollen of wortels, dat opgroeit vanuit een vruchtbare bodem, liefdevol bewonderd en verzorgd. Het wordt geproefd, gedeeld en besproken. Het wordt geoogst en gaat van hand tot hand, tot het op tafel belandt. Ons lichaam verwerkt de voedingsstoffen en die belanden opnieuw in de bodem. Zo hoort het te zijn. We hebben het niet alleen nodig om te leven, maar ook om het leven zin te geven, met elkaar. Het maakt het leven op aarde vol, levendig en vruchtbaar. Lena noemt het: “Wakker zijn.” Het maakt mij niet uit hoe ze het noemt, we willen hetzelfde: handen terug in de aarde. Eigen voedsel kweken en de afscheiding met de natuur ongedaan maken.
“We hebben de productie helemaal uitbesteed aan slechts enkele multinationals,”zegt Lena strijdvaardig. Ze wil er niet meer aan meedoen. “Ja,” zeg ik. “Voedsel is een mager gebeuren geworden. Het gaat allang niet meer om de honger van mensen te stillen. Het gaat om de portemonnee van de aandeelhouders. Het voedsel zelf is van ondergeschikt belang. Het is een optelsom van nutriënten van de industrie. Die wordt steeds efficiënter. Steeds vaker zie je pasklare maaltijddrankjes, zodat je altijd door kan werken in de veeleisende groei economie. Dat heeft met voedsel weinig te maken. Ik vind het ongelooflijk dat mensen daar intrappen. Snap jij dat?” Lena schudt haar hoofd. “Weten zij het nog, van het zaad? Daar komt het leven uit voort! Ik wil dat het zaad weer in onze handen komt, in handen van levendige en geïnspireerde mensen met liefde in hun lijf. Zoals jij en ik.” Haar gezicht staat vastbesloten. Ze is niet de enige. Er zijn er steeds meer. Ik vertel haar wat ik geleerd heb, de afgelopen dagen. Hoe kunnen we weer zelf onze zaden telen? Het is niet vanzelfsprekend, bedrijven ondervinden een hoop regels en wetten, daarin. Lena luistert, ik vertel.
De teelt van zaden wordt heel strikt gecontroleerd. Enerzijds is dat om de handel gezond te houden. Er mogen absoluut geen ziektes en schimmels worden verspreid. Dat is begrijpelijk. Maar schimmels en ziektes kan je ook bestrijden door je systeem gezond te maken. Uiteindelijk is dat ook veel efficiënter! Dat doet ecologische landbouw. Door meer soorten bij elkaar te zetten maken de planten elkaar gezond. Maar niet alleen ondersteunen ze elkaar, je bent ook niet meer afhankelijk van één enkel product. Wie meerdere paarden voor zijn wagen spant, is minder kwetsbaar. Als het één wat minder is dat jaar, dan is er altijd nog het ander wat het wel doet. Toch overheerst vooral de angst dat het mis kan gaan en dat is allesbepalend. Vandaar die grote controle op zaadgoed, bij gangbare en biologische zaden. “Dus daarmee wordt de natuurlijke voortgang gefixeerd!” zegt Lena. “Dat is belemmeren van de evolutie! En dat in deze tijd van verandering. Alles wil in beweging komen, toch?” Ik knik en ga verder.
“En dan heb je bovendien nog de patenten. Het patent op zaden. Zaden kunnen vaak niet worden vermeerderd, gewoonlijk zijn ze niet zaadvast,” zeg ik. “Als je er iets uit laat groeien krijg je allemaal rare dingen, maar niet meer de oorspronkelijke kool of sla. Er zijn maar een paar bedrijven die zorgen voor ons voedsel. Zij hebben het zaad in handen. Elk jaar opnieuw moet de boer daar zaad inkopen en zo hebben die multinationals de macht. Het gaat immers om geld. Gangbaar voedsel en zaad is volledig gebonden aan de financiële markt. De aandeelhouders, daar gaat het om. Maar wat gebeurt er als die markt instort? Wat staat er dan nog op tafel?” We kijken allebei stil voor ons uit. Ik vraag me af of Lena niet nodig kaartjes moet gaan knippen. De trein rijdt alweer een poosje. Inderdaad, ze kijkt onrustig om zich heen. Iemand van de beveiliging komt langslopen. Ze groet me en verdwijnt gauw door de schuifdeuren.
Als ik alleen ben, denk ik na over die eerste vraag van haar. Lena vroeg mij of ik zelfvoorzienend ben. Tegenwoordig wordt daar vrijwel altijd eigen opgewekte elektriciteit bedoeld. De focus van de samenleving ligt nu op alternatieve energiebronnen. Toch, zonder laptop, telefoon en andere elektrische apparaten kan ik nog wel leven. Maar zonder voedsel en warmte kan ik niet. En daarin zit hem de clou. Daarom plant ik bomen. Voor snoeihout om mijn kleine, goed geïsoleerde huisje te warmen. Voor noten en bessen. Op de uitgestrekte Friese weiden vormt het een windhaag. Dat is nodig voor de jonge planten die erachter zullen groeien: de kruiden, de pastinaken en de koolrabi. De vlinders en de bijen zoemen rond in de luwte en bezoeken de ene bloem na de andere. Er moeten veel meer van deze plekken komen, voor ons én voor de dieren. Voor voedsel en diversiteit. Alleen zo kunnen we weer deel uit gaan maken van het ecosysteem Aarde. We hebben veel meer mensen nodig, die weten hoe je voedsel laat groeien, en daar met liefde mee bezig kunnen zijn. Daarom schrijf ik erover. We moeten het terugpakken, weg van de grote industrie en de aandeelhouders. Met elkaar weer gaan genieten van de vele variaties en smaken die er zijn, het proeven en er samen over hebben.
Een poosje later komt ze terug, Lena, de conductrice. Ze wil graag nog iets vertellen. Ze heeft een nieuw baantje, zegt ze. Bij een bejaarde bollenteler, in Noord Holland. Hij kweekt alleen geen bollen meer. Hij teelt nu een variëteit aan biologisch voedsel. Er werken allerlei mensen op zijn land. Hij is bijna doof en blind, die man. Maar dat houdt hem niet tegen. Hij wil het goedmaken, wat hij verkeerd heeft gedaan. Ze vertelt het met glimmende ogen. Geboeid luister ik. Goddank, het is overal. We zijn niet alleen. Alles is in beweging en werkt aan dat ene. De robuuste kiem van alles. “Ik vond het een heel bijzondere ontmoeting,” zegt Lena. “Daarom wil ik je iets aanbieden. Je mag van mij in de eerste klas gaan zitten.” Dankbaar sta ik op van mijn klapstoel en kijk haar stralend aan. Ik pak mijn versleten groene rugzak en zoek de weg naar mijn erezetel. Er is nog een lange reis te gaan. Buiten hangt een dichte mist. Ik ga zitten en staar in het niets.